Vragenstellen over methodologie

Interview Eric-Jan Wagenmakers, 12 nov 2021, Tijdens het symposium Nothing but the Truth, 1 november in Groningen, leidden Jan-Willem Mantel en ik – Mariëtte Oosterwegel – de workshop ‘What to Ask?’ naar aanleiding van de lezing van Eric-Jan Wagenmakers (foto: Jeroen Oerlemans), hoogleraar Mathematische Psychologie aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. In deze blog lees je de Q&A die met Eric-Jan plaatsvond na het geven van de workshop.

Wie ben je en wat onderzoek je?

Ik ben oorspronkelijk geschoold in de experimentele psychologie en ben daarna de mathematische psychologie ingegaan. Daar maakte ik veel formele modellen voor cognitie en gedrag. Gaandeweg ben ik steeds meer geïnteresseerd geraakt in methodologie en daarbij gaat het met name om de Bayesiaanse statistiek. Pierre-Simon Laplace (1749 – 1827) was eigenlijk de eerste echte Bayesiaan en beschreef die statistiek als ‘gezond verstand uitgedrukt in getallen’, en dat eigenlijk exact wat het is. Bayesiaans denken behelst ontzettend veel aspecten: experimentele onderzoeken, het maken van modellen en daarnaast gaat het over vragen als: ‘Hoe trek je conclusies?’ en ‘Hoe doe je goed onderzoek?’. Het laatste raakt ook aan mijn interesse in Open Science en transparante wetenschapsbeoefening. Zeer recent hebben we daar een open access artikel in Nature Human Behaviour over geschreven: Seven steps toward more transparency in statistical practice. Het leuke van methodologie is dat je het heel breed kunt toepassen op allerlei verschillende wetenschapsgebieden. Ik ben vooral geïnteresseerd in toepassing op medische wetenschappen, met name neurobiologie, en op de filosofische kant van Bayesiaanse statistiek.

Workshop What to Ask?

Tijdens de workshop What to Ask? daagden we de 30 deelnemers uit om vragenaan mij te stellen naar aanleiding van mijn lezing Truth and Simplicity. De deelnemers kregen van te voren een formulier waarin drie doelen (inzicht verkrijgen, geloofwaardigheid checken en relevantie verkennen) en drie aanleidingen (incompleetheid, inconsistentie, associatie) werden beschreven. De opdracht kreeg veel respons en deelnemers waardeerden dat er voldoende tijd was om vragen te stellen en vervolgvragen te stellen over sommige antwoorden.

De workshop heeft mij ook veel inzicht opgeleverd (afgezien van het feit dat het je ego streelt als mensen zo veel vragen stellen over jouw lezing). De kwesties van de deelnemers waren van een hoog niveau en hebben mij aangezet om opnieuw over bepaalde onderwerpen na te denken. Sommige zaken had ik onbewust onvoldoende naar voren gebracht en andere zaken had ik helemaal gemist. De feedback uit de vragensessie heeft mij geholpen bij het opschrijven van dit onderzoek. Ik vond het daarom ontzettend nuttig en leuk om te doen. Als je een stuk aan het schrijven bent en je tegelijkertijd met andere mensen praat, is dat een goede vorm van nadenken. Terwijl je communiceert denk je na over wat je doet. Vragenstellen is een erg onderbelichte vaardigheid. Het zou mooi zijn als we hier in educatie meer aandacht aan zouden besteden.

Bayesian Thinking for Toddlers

Je hebt een kinderboek geschreven over kansberekening en waarschijnlijkheid, Bayesian Thinking for Toddlers. Wat heeft je ertoe gebracht dat te gaan schrijven?

Het is begonnen met een review dat ik schreef voor een boek Bayesian Probability for Babies. Toen ik dat ik doornam met mijn zoontje miste hij de dinosauriërs. Vervolgens werd ik uitgedaagd door één van mijn PhD-studenten om een boek te schrijven over statistiek met dino’s. Ik werkte samen met illustrator Viktor Beekman en samen zijn we gekomen tot Bayesian Thinking for Toddlers. Ik heb er lang over gedaan; zo’n boek dwingt je iets zo eenvoudig mogelijk te vertellen en dat is een uitdaging die eigenlijk alle onderzoekers eens zouden moeten proberen. Het is heel leerzaam om je onderzoek terug te brengen naar de kern. Het is een boek geworden met vele lagen, zodat het zelfs interessant is voor experts in statistiek. Door de mooie illustraties is het ook gewoon een leuk kinderboek. Chris Ferrie heeft een hele serie kinderboeken over complexe onderwerpen geschreven, zoals bijvoorbeeld Quantum Physics for Babies. Dat zijn mooie voorbeelden voor wiskundigen en andere onderzoekers van hoe je je werk aantrekkelijk zichtbaar kan maken.

Boekcover: Bayesian Thinking for Toddlers

Dutch Pancakes

Op internet kwam ik Dutch Pancakes tegen toen ik jou opzocht. Hoe zit dat met die pannenkoeken?

Ik schrijf momenteel een cursusboek introductie Bayesiaanse statistiek samen met Dora Matzke. Een van de standaardvoorbeelden die ik gebruik is dat er pannenkoeken worden gebakken met spek of niet. Je moet dan voorspellen: zal de volgende pannenkoek ook met spek zijn of niet? Naarmate je meer pannenkoeken ziet kan je iets zeggen over de kans of volgende 10 pannenkoeken ook spek hebben. Je kan ook iets zeggen over de onderliggende kans dat ik over het algemeen pannenkoeken met spek bak etc. Het leerboek is nog niet af, maar ik hoop het zeer binnenkort publiekelijk beschikbaar te maken. Het gebruik van een metafoor, zoals de kans op een pannenkoek met of zonder spek, helpt om complexe zaken zoals Bayesiaanse statistiek, toegankelijk te maken.